Als iemand jou vraagt hoe je vakantie was, wat is dan jouw antwoord? Waarschijnlijk begin je te vertellen hoe fijn het was en vertel je over de hoogtepunten van je trip. Als je reis tegenviel maak je dat waarschijnlijk ook al snel duidelijk door te vertellen over de momenten die het juist minder fraai maakten. Zo zou je eigenlijk ook je verhaal moeten beginnen, maar een veel gemaakte schrijffout is dat auteurs hun verhaal chronologisch beginnen, wat eigenlijk niet zo logisch is.
Houd het interessant
Hoe het ook moge zijn, als iemand je vraagt hoe je vakantie was, begint je antwoord waarschijnlijk niet met hoe je naar het vliegveld reed, incheckte, daarna het vliegtuig instapte… enzovoorts. Op een hele natuurlijke manier voelen we aan dat dit niet boeiend is voor onze gesprekspartner en dus vertellen we hetgeen dat wel interessant is om de aandacht van de ander vast te houden.
Zoals je ziet, post ik voor dit blog een van mijn mooiste vakantiekiekjes, met een verlaten strand en een intrigerende rotsformatie op de achtergrond. Dit was namelijk een hoogtepunt van mijn trip naar Portugal en ik begin dit blog immers met de vraag hoe jij antwoordt als iemand vraagt naar je vakantie.
Een foto van mij in het vliegtuig, een toch wel essentieel onderdeel van mijn vakantie -want hoe kom ik anders in Portugal terecht?- was waarschijnlijk minder prikkelend geweest dan deze plaat, toch? Of een foto bij de bagageband. Ook lekker boeiend 😛
Maar stom genoeg zijn er veel beginnend schrijvers die hun verhaal wel zo openen. Niet zozeer met de binnenkant van het vliegtuig 😉 maar wel met een tamelijk saai begin. Ik deed het zelf ook en dat is op zich ook helemaal niet zo gek. Als auteur wil je namelijk heel graag uitleggen hoe de hoofdpersoon in die ene situatie terecht is gekomen waar het verhaal om draait. Chronologisch vertellen voelt dan als een logische keuze, maar in feite doet het eigenlijk afbreuk aan je verhaal.
Spelen met tijd
Een van de belangrijkste dingen die ik afgelopen jaar leerde, is dat je als auteur eigenlijk gedwongen wordt om te spelen met tijd. Feedback die ik kreeg van een uitgever op mijn chronologisch geschreven manuscript: Het komt op deze manier nogal moeizaam op gang.
Oké, maar wat moet ik dan wel doen? Waar beginnen erkende auteurs bijvoorbeeld hun verhaal mee? Het antwoord: met een punt in het verhaal dat interesse wekt.
Een van mijn favoriete boeken begint in een theehuis in Azië. De hoofdpersoon, een blanke Amerikaanse vrouw en wordt daar intens aangestaard door een Aziatisch mannetje dat daar zijn dagelijks kopje thee drinkt. Het is gewoon onbeschoft hoe hij haar daar zit aan te gapen en ze voelt zich ontzettend ongemakkelijk. Uiteindelijk heeft die brutale aap ook nog eens het lef om haar te benaderen, maar wat blijkt? Hij weet precies wie ze is, ook al is ze duizenden kilometers van huis en is ze nog nooit in Myanmar geweest. Hij herkent haar vaders trekken in haar doen en laten en vertelt dat hij jaren op een ontmoeting met deze dame heeft gewacht.
“Je kent mijn vader?” Ze wil ineens heel graag met deze man praten, want haar vermiste vader is precies de reden van haar reis naar Azië.
Je vraagt je meteen af wat hier aan de hand is. Hoe kan het dat haar vader vermist wordt? Wat ging daaraan vooraf? En wat is de connectie met deze man?
Daarna begint er een nieuw hoofdstuk en wordt je terug gekatapulteerd in de tijd, naar het moment dat ze overweegt verlof op te nemen om haar vader te gaan zoeken. Je leest haar gedachten, haar overwegingen, een stukje familiegeschiedenis waar ze aan terugdenkt en je leest hoe zij de verdwijning van haar vader heeft ervaren.
Tijd en perspectief
Een ander voorbeeld is Het Bernini Mysterie van Dan Brown. Je begint in het verhaal midden in een lugubere scène waar iemand met de dood wordt bedreigd en wordt gebrandmerkt. Je bekijkt de situatie door de ogen van het slachtoffer, leest over zijn angst om te sterven en de pijn die hij voelt van het hete ijzer. Pas als de man daadwerkelijk dood is, katapulteert Brown ons naar de hoofdpersoon, die niets vermoedend de krant zit te lezen en ineens gebeld wordt door een onbekende, die hem vertelt over een opmerkelijke moord. Uiteraard betreft het de moord die we als lezer net van dichtbij mochten meemaken. Terwijl je met de hoofdpersoon mee reist naar het plaats delict, wordt alle achtergrondinformatie over het slachtoffer steeds verder uitgerold.
Het grote verschil tussen voorbeeld 1 en 2 is dat we in het eerste verhaal continu meekijken over de schouder van de Amerikaanse dame. In het tweede voorbeeld kruipen we eerst in de huid van het slachtoffer, die uiteindelijk het loodje legt en daarna ga je pas mee met de hoofdpersoon van het boek. Hier wordt dus niet alleen gespeeld met tijd, maar ook met perspectief.
Al met al gaf mij dit allemaal heel veel inzicht voor de kwaliteit van mijn verhalen. Ik hoop dat het jou ook helpt!