Laatst bezocht ik dit monnikenklooster dat werd gebouwd in 1560. Het had piepkleine ruimtes waar de monniken in leefden, met lage deurtjes, zodat ze altijd gebukt door het leven gingen om hun nederigheid te tonen. Daar kunnen we ons nu niks meer bij voorstellen.
Nu ligt het jaar 1560 ook wel behoorlijk ver van ons vandaan, maar als ik alleen al naar mijn eigen leven kijk, merk ik dat de tijdgeest van nu anders is dan die van twintig jaar geleden. Laat staan als we dertig, veertig, of vijftig jaar terug in de tijd gaan. De tijdsgeest heeft alles te maken met opvattingen, ontwikkelingen en waarden en normen die kenmerkend zijn voor een bepaalde periode in tijd. Deze tijdsgeest kan heel interessant zijn om te verwerken in je verhaal.
Maatschappelijke normen en waarden
Zo’n 10 a 15 jaar geleden vonden we het heel normaal dat Zwarte Piet zwart van kleur was, terwijl dat anno 2023 not done is. Tegenwoordig is dat racistisch en verwijst de knecht van Sinterklaas naar een afschuwelijk slavernijverleden, in plaats van een klim door de schoorsteen. Het zegt iets over de tijdsgeest. We willen nu vooral tolerant zijn en niemand per ongeluk krenken, beledigen of buitensluiten. Dit komt omdat er door de jaren heen steeds meer mensen in Nederland zijn komen wonen die elders in de wereld geboren zijn, of wiens ouders een andere afkomst hebben. Zij associëren Zwarte Piet (terecht of onterecht… die discussie loopt nog wel even) met zaken als slavernij en discriminatie. Iets waar de gemiddelde Nederlander met zijn blanke huid nog nooit bij heeft stil gestaan.
Medische ontwikkelingen
De wereld om ons heen verandert. Toen ik op de kleuterschool zat, moest ik van de juf voor Moederdag een asbakje kleien, terwijl nu op elk pakje sigaretten staat dat je een vreselijke dood sterft als je doorgaat met het consumeren van tabak. Die omslag heeft alles te maken met dat we tegenwoordig beter op de hoogte zijn van de ernstige gezondheidsrisico’s die roken met zich mee kunnen brengt, terwijl dat vroeger minder bekend was.
Ik las ook een verhaal over een jonge vrouw die verliefd werd in de jaren 50. Zij mocht van haar ouders absoluut niet teveel tijd met deze jongeman doorbrengen en werd continu nauwlettend in de gaten gehouden, terwijl haar 8 jaar jongere zus 10 jaar later met haar ‘vaste verkering’ haast probleemloos mee op vakantie mocht. Dat kwam omdat er in de puberteit van de oudere zus nog geen anticonceptiepil was uitgevonden. Moeder wilde dus vooral een ongewenste zwangerschap helpen voorkomen, maar na 1960 was de strenge toezicht niet langer mee nodig. Als jouw verhaal toevallig ook in die periode afspeelt, kun je je voorstellen dat dit heel typerend is voor de tijdsgeest van je verhaal.
Het digitale tijdperk
Maar niet alleen op medisch vlak evolueren we in rap tempo. In 2011 kreeg ik mijn eerste smartphone. Vlak daarvoor liepen we allemaal massaal rond met een koelkast in onze broekzak van het merk Nokia. En als je dit filmpje bekijkt, wilden we in de jaren daarvoor helemaal niks weten van een mobiele telefoon. De technologie doet steeds meer zijn intrede in ons dagelijks leven. We vinden het heel normaal om overal internet te hebben en ‘even iets op te zoeken’. Terwijl internet in feite ooit begon als een communicatiesysteem binnen het leger.
Veranderde standaarden
Mijn vader vertelde dat hij vroeger als klein kind werd gewassen in een zinken teil in de keuken, want ze hadden geen douche of badkamer. En toen ik een paar jaar terug met mijn man op jacht ging naar een koopwoning, zag ik dat de oudere huizen vaak maar over een piepklein badkamertje beschikten. Een grote badkamer, met een lekkere douche of een flink bad, is tegenwoordig weliswaar normaal, maar was vroeger echt een luxe.
Om rekening mee te houden in je verhaal
De tijdsgeest is het samenspel van maatschappelijke, medische en technische ontwikkelingen, maar ook van grote landelijke en wereldlijke gebeurtenissen. Zo heeft de Tweede Wereldoorlog met zijn hongerwinter ervoor gezorgd dat de generatie erna heel zuinig leefde. Als jij over iemand schrijft die deze periode heeft meegemaakt, moet je er rekening mee houden dat deze persoon andere normen en waarden heeft dan iemand die na de millenniumwisseling is geboren. Waarschijnlijk is deze persoon minder ruimdenkend, maar tegelijkertijd ook wat praktischer ingesteld. Hij of zij luistert waarschijnlijk ook naar hele andere muziek dan de millenial en heeft al zijn wachtwoorden in een boekje opgeschreven.
Gebruik maken van dergelijke details om de tijdsgeest mee aan te halen, maken je verhaal geloofwaardiger en het helpt de lezer om het personage beter te kunnen doorgronden. In ‘Ja, ik geloof in sprookjes’ gebruikte ik regelmatig dit soort details. Zo ging Rohat elk weekend naar het internetcafé om met Izannah te kunnen MSN’en. Een ander voorbeeld is dat Izannahs oren begonnen te klapperen toen Rohat haar vertelde dat hij 15 maanden in dienstplicht moest, want in Nederland was dat allang afgeschaft, maar in Turkije niet.
Nu hoefde ik voor dit verhaal maar weinig moeite te doen om de tijdsgeest aan te halen, want het verhaal is in grote lijnen waargebeurd. Maar schrijf je fictie, dan is het verstandig om vooraf even goed research te doen naar de tijdgeest van de periode waarin het verhaal zich afspeelt. Welke tv-programma’s waren in die periode populair? Of welke muziek werd er veel geluisterd? Wat waren belangrijke landelijke gebeurtenissen? Of gebeurden er grote dingen op wereldniveau? Want ongeacht uit welke periode je karakter komt, de tijdsgeest heeft altijd grip op je personage.